En wat gaat er nu met ‘dat gebouwtje’ gebeuren?
Voor wie twijfelt, het gaat om het gebouw van de ‘Stichting Kunstvereeniging Katwijk’ het DunaAtelier, een gebouw enige jaren geleden helemaal nagebouwd in de stijl van het historische pand wat ruim honderd jaar geleden onderdak gaf aan vele schilders van binnen en van over onze landsgrenzen.
In de raadscommissie van maart werd benadrukt dat ‘het gat’ wat de sloop van hotel Riche heeft achtergelaten vanaf dit voorjaar ‘for the time being’ perfect zou kunnen worden ingevuld door dit gebouw van de S.K.K. Met medewerking van de gemeente Katwijk wordt dit een culturele A – locatie zeker met het project ‘Kunst doet leven’ wat de S.K.K. in dit voorjaar gaat starten. Er moest door de wethouder alleen nog naar de locatie van ‘Het Zeepaviljoen’ worden gekeken.
April doet wat het… ook politiek wil
In de raadsvergadering van donderdag 4 april bleek dat het DunaAtelier van de Stichting Kunstvereeniging Katwijk niet in het voorjaar 2015 van ‘het gat van Riche’ al verplaatst kon worden naar de definitieve locatie op het Strandplein bij ‘De Zwaan’. Dit werd veroorzaakt door het feit dat ‘Het Zeepaviljoen’ nog een jaar langer nodig had op die locatie.
Het bestuur van de S.K.K. had hier de raad al een brief over gestuurd wat voor ons van GemeenteBelangen aanleiding was om wethouder Binnendijk te vragen welke mogelijkheden hij ziet. Want de S.K.K. ziet een tijdelijke tussentijdse verplaatsing van één jaar naar een strandvak niet zitten (extra kosten en verhuistechnisch onmogelijk).
Bouwen vol vertrouwen
De portefeuillehouder liet weten met het bestuur van de S.K.K. in gesprek te gaan, maar ook liet hij weten dat het best mogelijk is dat het DunaAtelier tot voorjaar 2016 op de locatie van ‘het gat van Riche’ kan blijven. ‘Wat de toekomst brengen moge’, is nog onduidelijk. Wat wel duidelijk is, is dat de vrijwilligers het DunaAtelier deze week onder het toeziend oog van de ‘Boulevard – watchers’ aan de Boulevard het DunaAtelier aan het opbouwen zijn.
Namens de fractie van GemeenteBelangen,
Gerard Bol