GemeenteBelangen wilde niet ingaan op het verzoek om wethouder Udo voor de 2e maal een jaar uitstel te geven om zich in Katwijk te vestigen.
In december had onze fractie nog gevraagd of wethouder Udo al vorderingen maakte met zijn verhuisplannen. Daarop heeft hij bevestigend geantwoord. Het zou allemaal voor april geregeld zijn. Onze fractie was daarom bijzonder verbaasd met het verzoek wat eind maart aan de raad werd gedaan om toch weer een jaar uitstel te verlenen.
De raad kan uitstel geven, maar dan moet er sprake zijn van bijzondere omstandigheden. Wethouder Udo kon die bijzondere omstandigheden niet verklaren. Dat de huizen in Katwijk duur zijn en dat de huurwoningen niet geheel naar zijn zin zijn, dat is niet het probleem van de gemeenteraad. Dat had de wethouder ook kunnen bedenken voordat hij zijn functie in Katwijk aanvaardde.
Voor GemeenteBelangen is het van belang dat de regels worden nageleefd, dit is een van de belangrijkste taken van de gemeenteraad. Minister Donner had juist nog in een circulaire de nadruk gelegd op het naleven van de verhuisplicht van wethouders. Bovendien hechten wij er waarde aan dat ook wethouders hun afspraken nakomen. Daarom blijft het een vreemde zaak dat in elf dagen tijd deze wethouder twee brieven richtte aan de gemeenteraad met tegenstrijdige informatie over zijn huidige huisvesting in Scheveningen. Maar ook dat hij daarin redenen aanvoerde om de ontheffing van verhuisplicht te bepleiten waar hij aan het begin van de behandeling van dit agendapunt in de raadsvergadering donderdag 31 maart liet weten graag naar Katwijk te komen en dat uiterlijk 1 september a.s. En de wethouder had toch bij zijn aanstelling nadrukkelijk beloofd om binnen een jaar in Katwijk te komen wonen?
GemeenteBelangen heeft samen met de PvdA en SGP een wijzigingsvoorstel ingediend waarin de wethouder tot 1 september 2011 de tijd krijgt om te verhuizen naar Katwijk. Dit voorstel kreeg steun van het CDA en werd daarom aangenomen. ‘In Katwijk staat een huis’, het is een variatie op een bekend Nederlands kinderliedje, maar voor wethouder Udo moet het nu als muziek in de oren klinken.