Na het succesvol invoeren van de term scheef-huren, is nu vanaf 2015 het woord scheef-parkeren het buzz-woord. Wat betekent nu scheef-parkeren eigenlijk? Het is een woord dat is ontstaan uit de verschillende discussies in gemeenteraden in het land over het betaald parkeren op zondag. Een scheef-parkeerder is iemand die op zondag niet wil betalen voor parkeren en daarmee net zoals een scheef-huurder het algemene belang niet dient en daarvoor eigenlijk "gestraft" dient te worden middels hogere tarieven.
Maar hoe bepaal je nu of iemand een scheef-parkeerder is? Bij de scheef-huurder is dat naar aanleiding van de huurprijs en het inkomen van de huurder gemakkelijk vast te stellen. Maar bij scheef-parkeren blijkt dat niet zo eenvoudig.
Gelukkig is er in Katwijk een fractievoorzitter van de lokale CDA-fractie, dhr. van der Spijk, die met zijn uitgebreide onderzoek onder 5 mensen, de doorbraak gegeven heeft bij de bepaling van een scheef-parkeerder.
Hij heeft onomstotelijk bewezen, dat politieke voorkeur direct te maken heeft met de parkeervoorkeur van de inwoners. De staatssecretaris heeft hem daar ook persoonlijk voor bedankt.
Daarom zal er ook in Katwijk een pilot worden uitgevoerd met deze nieuwe wetgeving. Ook omdat er in Katwijk recent een nieuwe parkeergarage is gebouwd en de parkeermeters nog gemakkelijk aangepast kunnen worden.
Vanaf januari 2015 moeten de bezoekers van de parkeergarage bij binnenkomst aangeven voor welke lokale politieke partij ze de voorkeur hebben. Daaraan gelinkt zijn dan de parkeertarieven. Het bord is inmiddels al ontworpen en wordt hierbij gepresenteerd aan de Katwijkse bevolking.
Het extra geld wat met deze scheef-parkeerwet wordt opgehaald, wordt natuurlijk direct uitgegeven aan een extern bureau om alvast onderzoek te doen naar een voorspelling voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2018.
Het is volgens dhr. van der Spijk een ’unique selling point’ en uniek in de hele wereld.
Wat is statistisch de kans dat er qua verkeersveiligheid wat gebeurt in de Rijnstraat in Katwijk aan den Rijn? Volgens recentelijk onderzoek rijdt 85% van de auto’s in de Rijnstraat langzamer dan 47km/h, dus statistisch kan er dan weinig gebeuren.
Maar wat is statistisch de kans dan een Rijnsburger zich zorgen maakt over de veiligheid in de Rijnstraat en een brief schrijft aan het college van de gemeente Katwijk? Die kans is bijzonder klein, maar toch is dat gebeurd.
Volgens het college is de Rijnstraat een erg bijzondere straat, want inrichten naar 30 km/h kan echt niet. Het kan wel in Rijnsburg, want klaarblijkend gelden daar andere regels.
Maar in de Brouwerstraat heeft de gemeente 1,1 miljoen euro gespendeerd aan de inrichting van een 30 km zone. Die inrichting werkt niet en zelfs de voorstanders van toen brullen nu op de barricade dat extra maatregelen nodig zijn. Het lijkt nu net alsof het CDA kritisch is geworden wat betreft de verkeersveiligheid en begaan is met Rijnsburgse verkeersknelpunten?
Ook de Oegstgeesterweg kreeg een metamorfose en binnenkort omarmen we daar ook een prachtige schijnveilige voetgangersoversteekplaats met verkeerslichten. Het college vindt dan ook dat de Rijnsburgers nu echt niet meer mogen klagen, want het is nu wel bewezen dat niet al het geld naar Katwijk aan Zee gaat.
Maar ik wijk af van het punt, want het ging over de doorstroom van het verkeer in de Rijnstraat,. Doorstromen namelijk kan niet in een 30km/h straat, volgens het Katwijkse college.
Hoe zit het dan met de provinciale weg die er parallel aan loopt? Beide wegen kunnen samen de doorstroom van het verkeer makkelijk aan. Sterker nog, andere genoemde wegen hebben geen parallelle alternatief, maar daar zet het college wel een bordje met 30 km. Dat is dus weer meten met twee maten.
Maar dan neemt een Rijnsburger toch de moeite om een brief te sturen naar het college om aandacht te vragen voor de Rijnstraat. In plaats van serieus antwoord te geven, wordt deze burger middels statistische gegevens met een kluitje in het riet gestuurd.
Maar als het college dat wil, laten we het dan even statistisch bekijken; 85% rijdt niet te hard in de Rijnstraat, dus 15% rijdt wel te hard. Maar hoe hard dit is… geen idee. Dit is geheel terzijde….
De kans dat een te hard rijdende auto een ongeluk veroorzaakt in de Rijnstraat is dus klein. De kans dat als deze een ongeluk veroorzaakt met een fietser of voetganger, is nog kleiner. De kans dat dit ongeval letsel schade oplevert, is bijzonder klein. De kans, die dan nog overblijft, dat het een dodelijk ongeval is… statistisch gezien dan...
De kans, dat als dit jouw kind is, je enorm veel verdriet hebt, is bijzonder groot. De kans dat de buurt protesterend bij het gemeentehuis staat om aandacht voor de verkeersveiligheid te vragen, is zeker aanwezig. De kans dat het college dan eindelijk wat gaat doen aan de Rijnstraat is bijzonder groot.
Het college kan natuurlijk zeggen dat de kans dat dit allemaal gaat gebeuren, bijzonder klein is en ze daar geen beleid op kunnen maken. Natuurlijk is dat waar, maar moeten we wachten op een dodelijk ongeval?
Maar hoe kan het, statistisch gezien dan, dat er in de afgelopen twintig jaar er meer dan vijftien ongevallen op dezelfde plaats op de Rijnstraat gebeurd zijn? Wat is daar de kans op? Je zou bijna zeggen dat de kans op een dodelijk ongeval statistisch groter is.... Gelukkig is dat nog niet voorgekomen.... Laten we daar nu niet op gaan wachten, dit lijkt mij statistisch gezien geen goed idee..
De volgende straat die aan de beurt is voor verkeer remmende maatregelen is de Rijnstraat.
Het is bijzonder goed beleid om daar nu, samen met de bewoners, een plan voor te maken en op korte termijn uit te voeren. Statistisch gezien dan….
Er was eens een wethouder met een droom. Hij leefde lang geleden, in de tijd dat de Zanderij nog een onbebouwd stukje land was en zo ver je kon kijken alles groen en mooi was.
Hij wilde graag gaan bouwen op dit stuk land, héél veel huizen, want daar kon hij een heleboel centjes mee verdienen. Het was inderdaad echt lang geleden, toen men nog geld kon verdienen aan bouwprojecten. Dit staat echt in de geschiedenisboeken.
Maar aangezien er steeds meer mensen buiten hun woonplaats gingen werken, kwam er een soort van verkeersstroom op gang, die ‘s ochtends de ene kant op ging en ‘s avonds weer terug.
De wethouder, laten we voor het gemak er een CDA - wethouder van maken, moest voor deze verkeersstroom een weg gaan aanleggen. Hij had gelezen in oude geschriften dat er al langer een plan was om het huidige weggetje, die ze al heel lang Cantineweg noemden, te gebruiken. Maar met de bouw van veel nieuwe huizen moest er echt een brede weg komen. De Cantineweg kon niet makkelijk breder gemaakt worden, dus moest er eentje naast komen.
Zo gezegd zo gedaan, deze weg werd aangelegd. Maar nog voordat de hele weg klaar was, werd er door een gemeen groen mannetje roet in het eten gegooid. Hij vond dat de weg, die verderop dwars door de duinen zou lopen, niet zo gezond zou zijn voor de plantjes en de beestjes.
De CDA - wethouder vond dit mannetje niet zo aardig, want nu kon zijn weggetje niet verder aangelegd worden. Ook de grote baas, laten we hem minister noemen, was het eens met dit gemene groene mannetje en schreef in talloze brieven aan de CDA - wethouder dat door dit stuk duin geen weg mocht komen.
De CDA - wethouder bedacht een list en gebruikte een stukje van de oude Cantineweg om het laatste stukje toch te kunnen aansluiten op het Bosplein. Maar helaas kwamen de minister en het groene mannetje er achter. Ze waren erg boos op de CDA - wethouder, dus moest hij de weg afsluiten met grote rotsblokken.
Ze gaven hem nog wel de tijd om een nieuw plan te bedenken.
De CDA - wethouder deed iets wat een goede politicus altijd doet, hij beloofde de burgers iets wat hij niet kon waarmaken, namelijk dat de weg niet dicht hoefde. Maar natuurlijk kon hij het echt niet waar maken, want hij vergat om een nieuw plan te maken en daarom moesten de rotsblokken op de weg.
De bewoners van de Zanderij waren boos, maar wat nu? Ze waren boos op het gemene groene mannetje en de minister. Ze wisten alleen niet dat het eigenlijk de schuld was van de CDA - wethouder, want die was vergeten om een nieuw plan in te dienen.
De lange gele man en de kleine rode dame verzochten de CDA - wethouder dan ook om een alternatieve oplossing te gaan zoeken, want een weg door dit stuk van de duinen mocht niet van de minister. De CDA - wethouder beloofde ook deze twee dat hij dat ging doen. Maar inmiddels weten we allemaal hoe goed de CDA - wethouder is in het beloven van dingen...
Vele jaren gingen voorbij en de CDA wethouder werd een VVD - wethouder.
Deze VVD - wethouder ging de geschiedenisboeken in als….. als wat? Iets wat hij gedaan heeft…. maar wat dan? Misschien kom ik er later nog wel op, maar voor nu heeft hij eigenlijk alleen champagne drinkend de rotsblokken verwijderd en net zoals de CDA -wethouder, beloofde hij ook dat de weg open bleef …
De jaren gaan voorbij en de VVD - wethouder wordt een CU - wethouder. Maar deze CU wethouder is niet zoals de andere wethouders. Hij is een sluwe vos en heeft een ongelofelijk doordacht plan waar echt iedereen in zal trappen. Het is een plan, dat eigenlijk te mooi is om waar te zijn, maar niet zo ongeloofwaardig dat men argwaan zal krijgen. In zijn plan belooft hij dat de weg voor altijd open zal blijven.
Hij dient zijn plan in en het lijkt hem te lukken, alleen de lange gele man en de kleine rode dame doorzien het plan van deze sluwe CU - wethouder. Zij doen nog een verwoede poging om iedereen te laten zien hoe doordacht en belachelijk het plan is, maar niemand gelooft hen en ze belanden uiteindelijk in de gevangenis. Op water en brood is hun beloning de komende jaren.
In de straten viert men feest, de CU - wethouder is de held van de dag, want de weg blijft tot in de eeuwigheid open.
Maar wat iedereen niet weet is dat de minister en het gemene groene mannetje ook van dit plan hebben gehoord en het ook nog steeds niet goed vinden. De minister had de CDA - wethouder de tijd gegeven voor een nieuw plan. Zo heeft hij ook deze CU -wethouder tot maart 2016 de tijd gegeven om met een nieuw plan te komen.
Maar deze CU - wethouder is een echte politicus, hij heeft beloofd dat hij dat zal en kan doen...
Ik zou het politieke sprookje willen afsluiten met de alom bekende slotzin: ‘ze leefden nog lang en gelukkig’, maar dat is alleen tot maart 2016. Want dan gaan de rotsblokken er weer op. Hopelijk gaan dan ieders ogen open en zullen de lange gele man en de kleine rode dame uit de gevangenis worden vrijgelaten. Dan is het pas een happy end..